Valentin Fadegnon S.M.A. priester voor Franstalige gemeenschap
‘Expats en vluchtelingen vormen samen familie van God’
Valentin Fadegnon (Benin, 1978) kwam afgelopen november naar Nederland om het S.M.A.-team in Amsterdam te versterken. Nu werkt hij mee in het nieuwe Afrikahuis in Zuidoost en is hij pastor van de Franstalige gemeenschap op het Begijnhof.
Dit voorjaar is het veertien jaar geleden dat pater Valentin Fadegnon toetrad tot de S.M.A. en tot priester werd gewijd. Hij werkte vervolgens als missionaris in Nigeria en in zijn geboorteland Benin. Na een spiritueel jaar bij de jezuïeten in Lyon werd hij enige tijd uitgezonden naar Kumasi in Ghana, waar voorheen veel Nederlandse S.M.A.-missionarissen hebben verbleven. Sinds een aantal maanden is hij in Amsterdam.
“In de Begijnhofkapel in het centrum van de stad ben ik de priester voor de Franstalige gemeenschap. Met een officiële benoeming van de bisschop van Haarlem-Amsterdam,” vertelt pater Fadegnon. “De Franstalige parochie is een heel dynamische gemeenschap. Er komen elke zondag veel toeristen naar de kerk. De groep vaste parochianen valt uiteen in Europese expats uit Frankrijk, Zwitserland, België en Luxemburg die in Amsterdam werken en mensen uit Franstalig Afrika. Dan moet je denken aan landen als Burkina Faso. Mali, Guinée, Kameroen, Rwanda, Ivoorkust, Congo en Benin. Dat zijn geen grote groepen. Uit elk land gaat het om één of twee mensen. Het aantal bezoekers in de vieringen varieert. Soms zijn we met 40, soms met meer dan 100.”
Fadegnon constateert een groot verschil tussen de twee Franstalige groepen. “De Europeanen hebben goede banen en een goed inkomen. De Afrikanen zijn vaak vluchtelingen die hun weg zoeken en daar hulp bij nodig hebben.” Toch matchen beide groepen op een wonderbaarlijke wijze met elkaar, zegt Fadegnon. “In de parochie zijn een heleboel werkgroepen: voor liturgie, voor catechese, voor caritas. We zorgen er steeds voor dat elke werkgroep uit een goede mix van Europeanen en Afrikanen bestaat. Dat werkt heel goed. De Europeanen vinden in Nederland wat beter hun weg, maar de Afrikanen leren sneller de taal. Dat vult elkaar goed aan. De Kerk is de familie van God. Wij moeten doen zoals Jezus deed, leven zoals Christus.”
Vooral de caritasgroep doet ontzettend goed werk, vertelt Fadegnon. Er worden allerlei spullen ingezameld en uitgedeeld aan wie het nodig heeft. Hoewel de gemeenschap kerkt in de binnenstad, maken ze voor het verdelen van de spullen gebruik van een ruimte in de All Saintskerk in Zuidoost. “Op het Begijnhof is daar geen plek voor.” Wel houdt Fadegnon daar elke zaterdag ‘permanence’: een soort open spreekuur. “Mensen kunnen langskomen voor een biechtgesprek of de voorbereiding op een huwelijk of een doop.” Door de week gaat hij door de hele stad bij parochianen op huisbezoek, bereidt hij vieringen voor en dit voorjaar is hij ook bezig met het opleiden van misdienaars. “De mensen die naar de Begijnhofkerk komen zijn heel kerkbetrokken. Dat geldt ook voor de toeristen. Anders zouden ze in een buitenlandse stad niet naar de kerk gaan. Ze zijn blij dat ze in hun eigen taal de mis kunnen volgen.”
Wat hem in die paar maanden wel is opgevallen, is het grote verschil tussen het centrum van Amsterdam en Zuidoost. “Het zijn verschillende werelden,” zegt hij. “Zuidoost is klein-Afrika.” Van een mogelijke afkeer van buitenlanders merkt hij weinig. “Nederland is een vredelievend land. Als buitenlander word je welkom geheten. Iedereen is bereid om je te helpen. Dat zeg ik niet om beleefd te zijn, het is echt mijn ervaring van de eerste maanden. Ik houd wel van die Hollandse directheid. Bij Afrikanen moet je heel lang doorvragen om te ontdekken wat ze eigenlijk bedoelen. De ‘open mind’ van Nederlanders bevalt me wel."
Op de vraag of Fadegnon zijn aanwezigheid als missiewerk ziet, antwoordt hij volmondig ja. “Ik werk hier heel graag. Het is onze opdracht als S.M.A.-ers om daar naartoe te gaan waar hulp nodig is. We zijn onlangs door de bisschop ontvangen en hij zei: jullie hebben maar een opdracht: en dat is evangeliseren. God heeft ons hier naartoe gestuurd om onze rol te spelen. We gaan nu een alpha-groep oprichten voor mensen die hun geloof verder willen ontwikkelen.”
