Zuster Paula-Maria

Zuster Paula-Maria 75 jaar religieuze

‘In het klooster kan een mens gelukkig zijn’

Op de eerste klas van de basisschool wist ze het al zeker. ‘Ik wil zuster worden,’ luidde het antwoord op de vraag van de juffrouw wat ze wilde gaan doen als ze ‘groot’ was. Dit jaar vierde zuster Paula-Maria Wever dat ze 75 jaar geleden intrad bij de congregatie ‘Onze-Lieve-Vrouw van de Apostelen’, de vrouwelijke tak van de S.M.A.

“Het is eigenlijk een heel raar jubileum,” zegt de zuster op haar gezellig ingerichte kamer in het Missiehuis in Cadier en Keer. “Wij vieren in de congregatie het professiefeest. En dat is pas over twee jaar.” Ondanks haar gevorderde leeftijd – de zuster is 93 – is ze vast van plan dan weer een feestje te houden. Deze keer was het bescheiden, met de bewoners van het huis en – tot haar grote verrassing – de generaal-overste van de congregatie. “Ze stond opeens voor mijn neus. Het was echt een verrassing.”

Zuster Paula-Maria werd in 1931 geboren in De Weere, een klein dorp even boven Hoorn in West-Friesland. Ze was nummer zeven in een gezin van twaalf kinderen. “Ik heb daar zo’n leuke jeugd gehad. Ik kom er ook altijd graag weer terug. In het dorp woonde destijds één protestants gezin. Verder was het een heel katholieke omgeving. Op de school werkten zusters van Vincentius á Paulo, met die vliegerkappen. Van hen heb ik naailes en kookles gehad. Dat moest van mijn moeder, want die wilde geen ruzie met haar toekomstige schoonzoon,” vertelt de zuster lachend.

Maar die schoonzoon kwam er nooit, want de roeping van een leven als religieuze bleek sterker. “Ik kan niet uitleggen wat dat is, je wordt naar het klooster toegetrokken. Ik ben God daar heel dankbaar voor. Natuurlijk was het niet altijd gemakkelijk, maar ik heb er nooit spijt van gehad dat ik ben ingetreden. Een mens kan echt gelukkig zijn in het klooster. Maar het moet wel je roeping zijn.”

Dat de keuze viel op de congregatie van Onze-Lieve-Vrouw van de Apostelen (O.L.A.) kwam door haar oudere zus. Die trad als zuster Anna-Maria een paar jaar eerder in. “Dat was voor ons thuis allemaal een grote verrassing,” vertelt zuster Paula-Maria terwijl ze op een foto van haar inmiddels overleden zus in een lijstje op de kast wijst. “Ze was altijd heel werelds met uitgaan en mooie kleren en ze had vaste verkering. Maar op een dag kwam ze thuis en vertelde dat ze het uitgemaakt had met haar vriend en naar het klooster ging, omdat ze graag naar de missie wilde. We waren allemaal stomverbaasd.”

Met een vriendin was haar zus bij een paar kloosters in het land gaan kennismaken en zo uitgekomen bij de O.L.A.-zusters in Broeksittard, een buitenwijk van Sittard. Het klooster was net een paar jaar daarvoor geopend. Hoewel de O.L.A.-zusters net als de S.M.A. eigenlijk een missiecongregatie zijn, hadden ze in Broekssitard een eigen kleuterschool, werkten ze in de wijkverpleging en deze ze sociaal en pastoraal werk op het woonwagenkamp.

“Mijn vader was er aanvankelijk heel erg op tegen dat mijn zus naar het klooster ging,” herinnert zuster Paul-Maria zich. “En ook mijn moeder dacht dat het maar een bevlieging was. Maar toen we na een paar maanden uitgenodigd werden om naar haar inkleding te komen, zagen we dat ze bij deze zusters echt gelukkig was. Toen was het voor mij duidelijk bij welke congregatie ik zou intreden.” 

Net als haar zus wilde ook zuster Paula-Maria graag naar de missie. Maar na haar noviciaat en opleiding tot kleuterleidster werkte ze eerst zes jaar in Lille en daarna een jaar in Parijs. Haar grote droom was uitgezonden te worden naar een land in sub-Sahara-Afrika, maar het werd Algerije. “Onze zusters hadden daar een grote missiepost met een kraamkliniek en een school voor wel driehonderd kinderen. Eind jaren vijftig woedde in Algerije de onafhankelijkheidsoorlog. ’s Nachts hoorde je overal schieten. Dat was heel griezelig. Er waren Franse soldaten bij ons ingekwartierd om ons te beschermen. In de drie jaar dat ik daar was, ben ik het terrein van het klooster nooit af geweest.”

Zuster Paula-Maria had graag langer in de missie willen blijven en ook meer van Afrika willen zien, maar na drie jaar werd ze teruggeroepen naar Nederland. In Broeksittard was iemand nodig die voor het inkomen van de zusters zou zorgen. “Er woonden destijds veertien zusters en er was er maar één die een betaalde baan had. Daar leefde het hele klooster van. Uitgerekend die zuster werd ziek. Ik moest terugkomen om les te gaan geven en hoofd van de kleuterschool te worden.”

Van een nieuwe uitzending naar Afrika is het nooit meer gekomen. Zuster Paula-Maria’s missie lag voortaan bij de kinderen van Broeksittard en bij de medezusters van haar communiteit. Die kozen haar na een paar jaar tot huisoverste en tot vice-provinciaal. “Toen ik die bestuurlijke taken kreeg, ben ik gestopt met het onderwijs, omdat het niet meer te combineren was. Als overste moest ik regelmatig op reis naar vergaderingen in andere provincies. De ene keer was het in Canada, dan weer in Egypte, Togo of Ivoorkust. Zo heb ik toch nog heel wat van de wereld gezien.”

De congregatie van de zusters Onze-Lieve-Vrouw van de Apostelen telt wereldwijd zo’n 640 leden. In Nederland is de congregatie nooit erg groot geweest. “In totaal zijn er 62 Nederlandse zusters geweest,” vertelt zuster Paula-Maria. “En nu zijn we nog met z’n tweeën. Tien jaar geleden zijn we naar het Missiehuis in Cadier en Keer verhuisd. Het is wel jammer dat er geen aanwas meer is, maar de situatie is nu eenmaal zoals die is. In andere landen zijn gelukkig wel jonge zusters actief. In Libanon hebben ze het op dit moment heel zwaar,” zegt de zuster, terwijl ze op een computer in hoek van de kamer wijst. “Ik volg alles online. Ik krijg veel e-mails over de situatie in andere landen en ik kijk graag op youtube naar preken.”  

Ook van de naailessen die ze in De Weere kreeg, profiteert zuster Paula-Maria nog dagelijks. “Handwerken en knutselen zijn mijn grote hobby’s. Samen met een paar dames hebben we een handwerkclubje. Ik maak voor iedereen in huis iets voor de verjaardag. Ik borduur ook kaarten, die we verkopen. De opbrengst is voor de missie. Ik ben in mijn hoofd nu al aan het denken over ontwerpen voor volgend jaar. Ik ben nu eenmaal heel creatief. Dat is een talent dat ik van Onze-Lieve-Heer heb gekregen en dat ik ook graag gebruik.”

Naast de zorg voor haar medezuster en het handwerken, bekommert zuster Paula-Maria zich ook over de huiskapel. “Ik ben elke dag bezig met de bloemversiering, ik zorg ook voor de kapelwas en ik ruim elke dag in de keuken de afwasmachine in. Nee, ik verveel me geen minuut. Nu vergeet ik bijna te zeggen dat we ook elke dag onze portie bidden. Dat is nog wel een van onze belangrijkste taken.”

Steun de S.M.A.

Steun S.M.A Nederland en doneer!